Update 2024: Al 46 jaar open voor mensen voor wie alle deuren in de stad dicht blijven: AMOC is het eerste sprankje hoop op weg naar een nieuw begin.
Eind jaren zeventig heeft Amsterdam voor Duitse druggebruikers een magische aantrekkingskracht. De heroïne is er goedkoop en anders dan thuis word je in Amsterdam niet opgejaagd door politie en justitie. ‘Dopevluchtelingen’ worden ze genoemd. Het paradijs verandert als de eerste gezondheidsproblemen de kop opsteken: infecties, overdosissen en later hiv. De Duitse ‘drugstoeristen’ kloppen aan bij de Deutsche Hilfsverein (DHV) op de Prinsengracht. In 1978 wordt op hetzelfde adres AMOC opgericht, omdat de financiën van de DHV niet voldoende zijn om de groeiende aantallen te kunnen opvangen. Na veertig jaar is AMOC nog altijd het aanspreekpunt voor EU-onderdanen op zoek naar hulp. Een terugblik.
--[Door Nicolline van der Spek en Sander Kersten /Fotografie: Torsten Schmidt (alle zwart/witbeelden), Merlijn Michon (portret dhr. Jan Spruijt), de foto met Eberhard van der Laan komt uit het archief van De Regenboog Groep, fotograaf onbekend]--
Michael Drews was een van de eerste Duitse gebruikers die bij AMOC aanklopte. Torsten Schmidt, destijds als hulpverlener werkzaam bij AMOC en maker van de prachtige foto's bij dit artikel, schrok toen de man binnenkwam: “Hij liep halfnaakt rond en leek sprekend op Frank-n-Furter uit The Rocky Horror Picture Show.”
Ook de Duitse Anja Joos kwam al vroeg bij AMOC over de vloer. Ze kwam begin jaren tachtig naar Amsterdam en viel op omdat ze zo jong was. Ze woonde in een kraakpand, zoals de meeste gebruikers en verkocht medicijnen op de ‘pillenbrug’. Ze tippelde om aan geld te komen en gebruikte alles wat er te gebruiken viel. In 2003 werd ze op straat doodgetrapt. Amsterdam stond op zijn kop. Er werd zelfs een stille tocht gehouden.
“Anja was een sterke vrouw met stevige verslaving”, aldus Aki Herlyn, die Anja goed heeft gekend. Aki werkt sinds de oprichting als maatschappelijk werker bij AMOC. Helaas is Anja niet de enige dode in Aki’s lange carrière. Er zijn vooral in de begintijd veel gebruikers overleden aan de gevolgen van aids of een overdosis. Vaak liet de familie het afweten of was er al heel lang geen contact meer. “Ik kan me nog herinneren dat ik tijdens een crematie van een cliënt in mijn eentje achter de kist aanliep. Verder was er niemand.”
Gideonsbende
Op het moment van Anja’s overlijden bestaat AMOC precies 25 jaar. In De Rode Hoed wordt stilgestaan bij de roemruchte eerste jaren van de stichting. Er zijn meerdere sprekers, onder wie Jurjen Pen, oud-bestuursvoorzitter: “Omstreeks 1980 leerde ik AMOC kennen. Ik was strafrechtadvocaat en had in die tijd onder andere te maken met Duitse verslaafden. Zij kregen hulp van AMOC. Ik was onder de indruk van het enthousiasme, de toewijding en de inzet die de medewerkers van AMOC hadden. Hun namen zijn me ook bijgebleven, Aki Herlyn, Torsten Schmidt en Ingeborg Schlusemann.”
Pen omschrijft AMOC als een ‘Gideonsbende’, waarbij maatschappijkritiek en hulpverlening hand in hand gingen. Hij prijst de tomeloze inzet van de medewerkers, maar heeft over het pand in de Kerkstraat, waar AMOC in 1982 zetelde, nog wel wat te klagen: “Het was te klein, onoverzichtelijk. En er was één wc die gedeeld werd met een reisbureau. Als de Teestube (zo wordt de inloop van oudsher genoemd -red.) open was stonden er voor die wc lange rijen verslaafden. Medwerkers en bestuursleden moesten achteraan sluiten. Iets om rekening mee te houden voordat je een vergadering bezocht.”
Samen met verslaafden in de rij voor de wc! Het zegt veel over AMOC. Ten eerste zegt het iets over hoe er bij AMOC naar druggebruikers wordt gekeken. Wat maakt niet-gebruikers anders dan gebruikers? Ten tweede zegt het iets over het enorme improvisatietalent van de medewerkers. Bij beperkte middelen is het roeien met de riemen die je hebt. En beperkt waren de middelen zéker in de beginjaren. Er was áltijd geldgebrek, áltijd ruimtegebrek en niet te vergeten áltijd gebrek aan maatschappelijk draagvlak: Kregen verslaafden bij AMOC nou gewoon gratis spuiten? Voor veel politici was AMOC een doorn in het oog. Zeker in Duitsland.
Substiution ja oder nein
Quirinus van Arnhem en Joyce Sinnecker, destijds werkzaam bij de GG&GD Amsterdam, halen tijdens het 25-jarig bestaan an AMOC herinneringen op aan de permanente tegenwind vanuit Duitsland. “Met de legendarische Dirk Korf (in drugsland beter bekend als methadon-paus) en andere gedreven AMOC-werkers reisden we naar Duitsland waar de discussie ‘Substitution ja oder nein’ steeds levendiger werd, om uit te leggen waarom wij in Nederland wel laagdrempelig methadon verstrekten: wij geloofden niet in Verelendung en wel in secundaire preventie, later harm reduction genoemd.”
De Gideonsbende uit Nederland werd uitgefloten, maar al snel werd het Nederlandse drugsbeleid algemeen omarmd. Er werd kleinschalig gestart met methadonverstrekking en er kwamen begeleid woonprojecten in Duitsland. Het zorgaanbod werd groter en diverser. En ook justitie werd in de loop der jaren meegaander.
Twintig jaar geleden: Tegenwind wegens opening gebruikersruimte
Tegenwind ondervond AMOC niet alleen vanuit Duitsland. Toen bekend werd dat in 1998 een gebruikersruimte zou komen bij AMOC, waren de rapen gaar: zou dat wel goed gaan met al die junks naast de deur?
Jerry van Dijk was destijds buurtregisseur van Wijkteam De Pijp. In 2003 zegt hij: “Eind 1997 werden wij als politiewijkteam geconfronteerd met het feit dat erop stedelijk niveau was besloten dat er zogenaamde gebruikersruimten moesten worden ingericht. Eén van deze gebruikersruimten was gepland in het pand van Stichting AMOC aan de Stadhouderskade. Toen wij als politiewijkteam dit te horen kregen rees bij ons de angst dat dit voor extra overlast zou gaan zorgen in de vorm van meer junks op straat en mogelijk ook het risico van straatdealen in de directe omgeving van het pand aan de Stadhouderskade. Als ik nu terugkijk is onze vrees gelukkig niet uitgekomen en heb ik als lid van de begeleidingscommissie altijd op een prettige en constructieve manier met Stichting AMOC en de buurtbewoners kunnen samenwerken.”
Duitse dienstmeisjes
Veertig jaar AMOC kun je het beste samenvatten als veertig jaar turbulentie, waarbij de inloop fungeerde als Wunderkammer vol paradijsvogels. En dát voor een organisatie die oorspronkelijk was opgericht voor keurige Duitse dienstmeisjes. Eind negentiende eeuw trokken veel Duitse meisjes (we zouden ze tegenwoordig ‘gelukzoekers’ noemen) naar Nederland om hier een aanstelling te vinden. Speciaal voor deze meisjes, maar ook voor andere in Nederland verblijvende Duitsers die vragen hadden en hulp zochten, werd in 1882 de Deutsche Hilfsverein (DHV) opgericht, gefinancierd vanuit Duitsland. In het najaar van 1972 besloot het bestuur de hulpvereniging uit te breiden voor een nieuwe groep Duitsers, zogenaamde ‘jeugdtoeristen’, waaronder dienstweigeraars, weggelopen minderjarigen, en (hard-)druggebruikers. Door de explosieve groei van met name de laatste groep steeg de behoefte aan specifieke – preventieve en curatieve – hulp. In 1978 werd daarom Stichting AMOC opgericht, het Amsterdams Oecumenisch Centrum op de Prinsengracht, waar ook de DHV gevestigd was.
Hilfe geht vor Strafe
Vanaf dag één was Jan Spruijt werkzaam als penningmeester bij AMOC. Hij had niets met drugs van doen, vertelt hij op 88-jarige leeftijd, maar hij snapte toen al wel dat deze mensen hulp nodig hadden: ‘Ik keek niet op ze neer in ieder geval en had ook geen enkel probleem met spuitomruil. Ik zag de noodzakelijkheid ervan in. Deze mensen hadden hulp nodig. Dan zoek je oplossingen. Vanuit de kerk ben je dat gewend te doen: mensen helpen.’
Jan Spruijt (foto: Merlijn Michon)
Een idealist dus, zoals er zovelen rondliepen bij AMOC. Maar dan: hoe kom je erop om een stichting AMOC te noemen? Amok maken betekent ‘herrie schoppen’. Nou dat paste wel. Oud-directeur Ingeborg Schlusemann zegt in De Rode Hoed in 2003: “In 1978 is AMOC geboren. En zoals het hoort voor een kind waren wij luidruchtig, sterk aanwezig en hadden wij met kinderziektes te maken. Wij hebben leren lopen. En toen kwamen wij in de puberteit, de tijd van hevig activisme, van rebellie en vechtlust. En vooral: actie!”
Medewerkers gingen de straat op. Vooral rond de christelijke feestdagen, Pasen, Pinksteren, Hemelvaart, wanneer er veel Duitstalige gebruikers naar Amsterdam kwamen. Ze deelden folders uit en plakten posters aan, gericht aan Deutsche Junkies!
‘Nehmt nicht zu große Mengen Dope auf einmal und seid besonders vorsichtig wenn Ihr verschiedene Drogen gleichzeitig gebraucht. Hier gilt: Hilfe geht vor Straffe. Ruft sofort einen Krankenwagen.”
Repatriëring
Sinds 1994 zit AMOC in een groot pand op de Stadhouderskade, maar wanneer de Teestube opengaat, is er niet veel verschil met 1978. Alle bezoekers zijn geregistreerd en de professionals van het inloophuis stellen de hulpvragen vast.
Dan kunnen ze bij AMOC hun post ophalen, bellen met thuis, even tot rust komen met een kop koffie, een douche en schone kleren of hulp aanvragen voor repatriëring. Thuis staat hen soms een straf te wachten. Kan AMOC misschien bemiddelen?
Aki: “In de begintijd gingen er veel belletjes naar Duitse hulporganisaties, er werd overlegd met advocaten en rechters. Er moest naar een plek in een kliniek of therapeutische setting worden gezocht. Soms moest er met verschillende rechtbanken worden overlegd of een druggebruiker toch nog een kans kreeg in therapie te gaan. Dat was vaak moeilijk. De ene rechter zei ja, de andere was van mening dat diegene terug in de bak moest. Het was vaak een puzzelwerk, voordat je een goed beeld had hoe de situatie rond een verslaafde was. Nu, na 40 jaar, hebben wij contact met hulpinstanties in heel Europa, veel in Oost-Europa.”
AMOC ANNO 2018, de Europese probleemoplosser van nu
Vandaag de dag komen er gemiddeld tachtig mensen uit heel Europa bij AMOC over de vloer. Het treft dus dat de medewerkers, vrijwilligers en stagiaires bij elkaar 17 talen spreken. Heroïne wordt er bijna niet meer gebruikt. Toch blijft de gebruikersruimte, waar gebruikers veilig hun drugs kunnen gebruiken, gewoon open. Een klein clubje spuit nog. Het lijken de eighties wel, met dit verschil dat het bijna nooit meer mis gaat; het aantal overdosissen en hiv-infecties onder de buitenlandse druggebruikers is verwaarloosbaar klein geworden.
Onder de huidige doelgroep spelen alcohol en psychiatrische problemen meer een rol dan vroeger, zo blijkt als maatschappeljk werker bij AMOC Cristi Vasilescu ons een discrete, geanonimiseerde blik biedt in de problemen die hij en zijn colega's tegenkomen en de oplossingen die AMOC kan bieden. Omdat het over complexe casussen gaat, zijn er met andere instanties in de stad, onder leiding van de GGD, altijd overleggen over casustiek (individuele besprekingen).
Wie?
Man, 52 uit Roemenië
Met welke problemen kwam hij bij AMOC terecht?
Door politie aangemeld. Man sliep op Amsterdam CS voor enkele dagen, nadat hij veel alcohol had gebruikt en in een politiecel was beland vanwege verward gedrag. Eenmaal nuchter konden we hem aanspreken en naar een oplossing toewerken.
Wat hebben we voor hem kunnen betekenen?
We hebben hem in de nachtopvang opgenomen, gesprekken gevoerd en informatie geboden over werk en mogelijkheden. Client is na een week begonnen met werk via uitzendbureau als elektricien, het vak waarvoor hij een diploma voor en veel ervaring in heeft.
>>>
Wie?
Man, 57 Roemenië
Met welke problemen kwam hij bij AMOC terecht?
Dakloosheid, alcoholmisbruik, somatische klachten, geen inkomsten.
Wat hebben we voor hem kunnen betekenen?
Man is in onze crisisopvang terecht gekomen. Daarna doorverwezen naar de huisarts voor daklozen. We hebben in het begin bemiddeld tussen hem en de arts. Vervolgens hebben we hem advies en begeleiding voor inkomen (deels werk, deels uitkering) kunnen geven.
Hij kreeg ondersteuning bij het traject voor langdurige opvang. Nu is hij nog dakloos, maar heeft zijn alcoholgebruik onder controle, volgt medische behandeling voor somatische klachten, is verzekerd en heeft een basaal inkomen.
>>>
Wie?
Man, 34 uit Polen
Met welke problemen kwam hij bij AMOC terecht?
Psychiatrische problematiek en drugs- en medicijnen misbruik. Dakloos, verward en verwaarloosd, kwijtgeraakte identiteitsdocumenten.
Wat hebben we voor hem kunnen betekenen?
Toegang tot kortdurende zorg, reisdocumenten aangemaakt en betaald (met dank aan gemeentelijke financiering), via partnerorganisaties in Polen is een zorgtraject begonnen. Vervolgens is cliënt door begeleider naar opvang in Polen gebracht waar hij een detox-traject afgerond heeft. Nu zit hij in een rehabilitatiecentrum in Polen.
>>>
Wie?
Man, 26 uit Roemenië
Met welke problemen kwam hij bij AMOC terecht?
Dakloos, problemen met softdrugs en met psychiatrische geschiedenis. Op zoek naar regulier werk en een bestaan. Later via psychiatrie bij ons terugverwezen na crisisbehandeling van een psychose.
Wat hebben we voor hem kunnen betekenen?
Advies m.b.t. werkmogelijkheden en regelgeving, bemiddelen tussen hem en artsen. Ook bewaren we zijn medicatie zodat hij deze volgens de afspraken inneemt en zijn afspraken nakomt.
>>>
Wie?
Man, 40 uit Polen
Met welke problemen kwam hij bij AMOC terecht?
Dakloos; alcoholmisbruik; kwijtgeraakte identiteitsdocumenten, fysieke klachten, problemen met justitie en een gestrand re-integratie traject.
Wat hebben we voor hem kunnen betekenen?
Tijdelijk nacht- en dagopvang in periode dat hij gestopt was met alcohol en medicatie ervoor kreeg (medicatie door ons betaald, met dank aan fondsen),
We hebben via het Poolse consulaat documenten geregeld en hem vrijwilligerswerk aangeboden. Toen de situatie gestabiliseerd was (geen alcohol, wel documenten) hem geadviseerd waar hij werk zou kunnen zoeken. Nu is cliënt werkzaam via uitzendbureau, heeft een verblijfsplek en is verzekerd. Hij gebruikt medicatie tegen terugval alcohol en drinkt geen druppel. We blijven met hem in contact.
Positieve bijdrage aan de stad
Aukje Polder, locatiehoofd van AMOC: "Ik vind dat, wanneer we zoveel arbeidsmigranten willen aantrekken, we ook verantwoordelijkheid moeten nemen voor die kleine groep die het, om diverse redenen, niet redt om aansluiting te vinden en op straat belandt.
We leveren een positieve bijdrage aan de stad. Ik hoop dat de gemeente dit blijft zien en dat we de komende decennia de nodige steun krijgen ons werk te blijven doen."