De hotelkamers staan toch leeg, dacht Tessa Zaaijer van De Regenboog Groep toen de toeristen wegbleven vanwege de coronapandemie. Dus belde ze de hotels. Kunnen jullie niet tijdelijk kamers verhuren aan Amsterdammers die op straat zijn komen te staan? Zes hotels deden mee, 160 Amsterdammers in nood vonden daardoor een tijdelijk onderkomen.
“Voor corona was onze zorg om de economisch daklozen al groot. Dan sliep de één weer een nacht in zijn auto of onder de brug, de ander stiekem op kantoor. Ik vond dat heel heftig. Je beseft ook: íédereen kan dit overkomen als de pech zich opstapelt. Zoals verlies van een baan, inkomensdaling, een huur die niet meer is op te brengen, een relatiebreuk. En vooral: geen betaalbare woning kunnen vinden in die situatie.
Deze mensen hebben dus een inkomen, maar geen woning. De gemeente zegt: als dat uw enige probleem is en u heeft geen zorg nodig, dan kunnen we niet helpen.
Sommigen verkassen jaren van bank naar bank bij vrienden en familie – als die er al zijn. En dat houdt op een gegeven moment op. Vanaf dat moment zijn ze afhankelijk van inloophuizen. Maar daar willen zij niet gezien worden, tussen de “klassieke” daklozen die vaak kampen met verslaving of psychiatrische problemen.
We zijn in 2020 snel gaan bemiddelen met de hotels om tot een schappelijke deal te komen. En omdat we de mensen in nood kennen, konden we ze voordragen. We hopen dat we snel een structurelere oplossing met ze kunnen vinden. Want als de toeristenstroom op gang komt, staan deze Amsterdammers weer op straat. Ik ben blij dat we deze kans hebben weten te benutten. De betekenis van een tijdelijke hotelkamer is groot. De mensen hoeven niet steeds anderen om een gunst te vragen om te kunnen eten, slapen, wassen. Ze zijn even onafhankelijk. Dat is het vooral. Even de rust, even op eigen benen.”
Ze zijn even onafhankelijk. Dat is het vooral. Even de rust, even op eigen benen
Ik kan even tot mezelf komen
“Mijn relatie liep stuk. Ik kon nergens heen, behalve naar mijn moeder. Daar heb ik op tuinkussens moeten slapen, meer kon er niet. Toen de ruzies hoog opliepen, moest ik er weg. Deze hotelkamer geeft me rust, ik kan even tot mezelf komen. Ik ben zo dankbaar dat ik hier mag zijn, maar ik maak me ook zorgen. Hoe moet het straks verder als ik hier weg moet? Vlak om de hoek hier, onder de brug, slaapt een dakloze man. Ik moet daar van huilen. Toen het koud werd heb ik een sjaal voor hem gebreid. Soms ben ik bang dat ik ook zo eindig.”
Dakloosheid is een groeiend probleem. De Regenboog Groep probeert op diverse manieren ruimte te creëren voor verschillende groepen daklozen. Lees hier meer over Tijdelijk Wonen van De Regenboog Groep.
Dit is een artikel uit onze speciale editie jaarverslageditie van Meeleven. Lees de hele editie hier.
Tekst Cecile Vossen | Fotografie Daniel Cohen