Het is de grootste angst van iedere ouder in scheiding: zie ik mijn kind straks nog wel? Michel (47) had geluk. Hij kon tijdens zijn scheiding terecht in een Parentshouse; in dit geval een appartement in West. Zijn kind woonde om de hoek. “Een tijdelijk dak boven mijn hoofd van waaruit ik op zoek kon naar een vaste woning. Dat gaf rust. Niet alleen voor mij en mijn zoontje, maar ook voor mijn ex.”
Michel is zichtbaar trots op alle rondslingerende relikwieën van zijn zoon. Naast de laptop ligt een knutselboek en bij het raam staat een tafel vol Lego. In de hoek wacht een leeg hok op bewoners. “Dat hok is bedoeld voor ratten”, legt Michel uit, wijzend naar de tunnels die hij nog moet aanleggen, “maar er is telkens wat in het weekend.
Op zaterdag ben ik aan het werk op de markt – ik ben te vinden bij de vis – en op zondag moeten er weer voetbalplaatjes worden ingeplakt.” Michel is een druk man. Baan, vader en altijd bezig. Sinds een paar maanden heeft hij zijn eigen woning. Daar zit hij nu. Aan een grote eikenhouten tafel. Trots.
Ik kreeg de rust om na te denken en was niet meer in paniek
Twee koffers
Een jaar geleden kwam hij met twee koffers en een kop vol sores aan in het Parentshouse in Amsterdam-West. Hij huurde een kamer van 20m2 voor zichzelf. Woonkamer, keuken, balkon en sanitair deelde hij met twee lotgenoten. Met de één kon hij beter overweg dan met de ánder. “Zo gaan die dingen”, relativeert Michel.
Hij kocht een stapelbed voor zijn zoontje, sloeg hier en daar zijn meubels op bij vrienden en ging aan de slag: met zijn leven. “Ik kreeg de rust om na te denken en was niet meer in paniek. Daarvoor was het: waar moet ik heen? Zie ik mijn kind straks nog wel? Ben ik wel een goede vader?”
Michel en zijn ex doen aan co-ouderschap. Dat lukt alleen als je ergens een eigen plek hebt om je kind te ontvangen. “In het begin kwam ik nog wel bij mijn ex over de vloer om mijn zoontje te kunnen zien. Ik las hem voor en bracht hem naar bed, maar er was dan toch altijd wat spanning in huis. Dat voelt een kind.”
Het heeft voor mij echt het verschil gemaakt
Handreiking
Via een artikel in Het Parool kwam hij achter het bestaan van de Parentshouses. In Amsterdam zijn deze onderdeel van De Regenboog Groep. Hij schreef zich in en werd uitgenodigd voor een gesprek. Er zijn wel wat voorwaarden, herinnert Michel zich. “Je moest bijvoorbeeld minimaal 1.600 euro(*) verdienen om in aanmerking te komen. De huur bedroeg bijna 700 euro, best pittig. Gelukkig kon ik een beroep doen op de gemeente voor bijzondere bijstand. Inmiddels ben ik weer gewoon aan het werk. Ik heb de draad weer opgepakt."
"Dat is het mooie van het Parentshouse, het heeft voor mij echt het verschil gemaakt. Ik zat in een zwart gat en was heel angstig over mijn hele functioneren. Ik dacht: ik moet misschien wel de stad uit voor een huis en dan zie ik mijn zoontje straks alleen nog maar in de weekenden. Door deze handreiking – een tijdelijke woning – kon ik gewoon voor mijn zoontje blijven zorgen en uitkijken naar een vaste woning. Dat gaf rust. Voor mij en mijn zoontje. Maar ook voor mijn ex. Dan merk je dat alles mentaal op zijn plek valt en dat je stappen kunt maken. En dat was ook weer goed voor de mensen die na mij in het huis kwamen wonen. Wanneer je aan het scheiden bent, zit je toch in een soort burnout-achtige situatie, maar aan mij zagen ze: o, je komt hier dus echt verder.”
(*) Deze inkomensgrens is niet meer aan de orde. Er wordt nu alleen gekeken of iemand het kan betalen.
Tekst: Nicolline van der Spek. Beeld: Merlijn Michon.