Te oud om illegaal te zijn
Lees de verhalen van Meneer Nooitmeer, Amadoe, Afuwa en Abdul over hun leven in Nederland. De persoonlijke verhalen van oudere in Nederland verblijvende ongedocumenteerden (illegalen). Hoe overleven ze in onze samenleving?
Verzet
Meneer Nooitmeer (65) werd geboren in Suriname en woont sinds 1980 in Nederland.
Als ze hem naar de Surinaamse ambassade willen brengen om zijn terugkeer naar dat land te regelen, verzet hij zich fysiek. Hij gaat niet, punt. Uit 1980 vertrok hij er. Bouterse had net de macht gegrepen. Er gold een avondklok. Die overtrad hij want hij moest na een lange werkdag terug naar huis. Hij werd opgepakt en geslagen met zweep en karabijn. Zodra hij vrij kwam, pakte hij het vliegtuig naar Amsterdam.
Hij werkte, trouwde, werd vader. Maar door een ingewikkelde samenloop van omstandigheden verloor hij zijn verblijfsvergunning. Hij snapt niet hoe het kan dat hij onder Nederlands koloniaal bewind werd geboren maar toch geen recht heeft in Nederland te zijn. Hij voelt zich Nederlander.
Hij heeft glaucoom. Als hij een vast onderkomen zou hebben, zou hij beter voor zichzelf kunnen zorgen, betere zorg krijgen en misschien niet blind worden, zoals zijn vader en opa vroeger. Hij overnacht vaak bij een neef en zijn vrouw maar daar voelt hij zich te veel. Dus zwerft hij meestal over straat. Alleen in vreemdelingendetentie, waar hij al vijftien keer inzat, heeft hij dag en nacht een dak. Terwijl hij Nederland beschouwt als thuis.
Buitenkant
Amadou Ciprelli (63), werd geboren in Gambia en kwam ruim 30 jaar geleden naar Nederland.
Mensen die hem nog kennen uit al die jaren dat hij drugsverslaafd was, zijn verbaasd als ze hem nu zien. Ze prijzen hem om hoe goed hij eruit ziet en om zijn nette kleren. Maar dat is buitenkant, zegt hij zelf. Als je in zijn hoofd zou kunnen kijken, zou je zien dat hij sterft.
Een verblijfsvergunning krijgen is nooit gelukt, ook niet op medische of humanitaire gronden. Terwijl hij niet alleen ernstig getraumatiseerd is, maar ook artrose heeft, en een kunstknie. Allemaal in Nederland opgelopen. Hij is eens, tegen zijn wil, meegenomen naar de Gambiaanse ambassade in België om over zijn terugkeer te praten. De Gambiaanse ambtenaar zei: “Deze man is de afgelopen dertig jaar in Nederland geweest en nu hij oud is en ziek moeten we hem een pas geven om naar Gambia te gaan? Daar werken we niet aan mee.” In computers van de
Nederlandse autoriteiten staat dat er voor zijn aandoeningen in Gambia een behandeling beschikbaar is. Hij had toen hij net in Nederland was asiel moeten aanvragen, wordt hem soms gezegd. Maar dat wilde hij niet. Hij had er geen reden voor, kwam om te werken. Hij was jong en dacht dat het wel goed zou komen. Dit alles had hij nooit voorzien.
Yogalessen
Afuwa (60) komt uit Ghana en is sinds 1993 in Nederland
In de koelkast bij het inloophuis bewaart ze de insuline die ze nodig heeft om haar diabetes onder controle te houden. Toch ging het heel erg mis: ze raakte in coma en kreeg een diabetische voet, waardoor haar tenen moesten worden geamputeerd. Daarom kan ze niet lang lopen. Haar ogen gaan nu ook achteruit. Ze moet eigenlijk vaker prikken om haar bloedsuikerspiegel te bepalen, maar het leven op straat maakt dat onmogelijk. Goed eten ook, trouwens. Bij de opvang schaft de pot vaak rijst, terwijl ze groente nodig heeft.
In Ghana verloor ze haar man en haar moeder. Ze ging naar Nederland voor een ‘bright future’. Gewoon, een plek om te wonen en te werken, dat is wat ze zocht. Nu kent ze in haar moederland niemand meer. Bij het inloophuis in Amsterdam-Noord schildert ze vaak en doet ze mee met yogalessen. Maar veel vrienden heeft ze niet. Ze is een mens en vroeger of later zal er toch iets goeds haar kant op moeten komen.
Geloof
Abdul Siddiqi (71) komt uit Afghanistan en is sinds 1998 in Nederland
Tien dagen nadat in 2006 zijn verblijfsvergunning als vluchteling was verlengd, kwam de politie en nam hem zijn verblijfspapieren af. Hij vroeg waarom maar kreeg geen duidelijk antwoord. Hij dacht, ik schakel advocaten in en dan komt het wel weer goed. Maar dat kwam het niet. Hij bleek het stempel 1F gekregen te hebben. Oorlogsmisdadiger.
Er is geen enkel bewijs tegen hem. De Nederlandse staat heeft besloten dat iedereen die in een bepaalde periode voor de Afghaanse overheid werkte, per definitie mensenrechten schond en daarom geen recht heeft op een vluchtelingenstatus. Hij was gouverneur maar in zijn provincie drong de oorlog nauwelijks door. Hij was hoogleraar geschiedenis in de hoofdstad Kabul. Zijn situatie is uitzichtloos. Als er een officiële brief komt, raakt hij in paniek, wat hij uitbeeldt door naar zijn hoofd te grijpen en zijn armen in de lucht te gooien. Zijn Nederlandse begeleider noemt het woord trauma.
Hij is de pater familias. Dat is zijn rol. Maar hoe kan hij die vormgeven nu hij als enige van het gezin geen papieren heeft? Hij mag niet eens bij zijn echtgenote wonen want zonder papieren geen huis. De spanningen in de familie lopen almaar op. De psychiater is bang dat hij zichzelf van het leven zal beroven. Maar dat zal hij nooit doen. Het mag niet van zijn geloof.
Verantwoording
Tekst: Fréderike Geerdink, Foto's: Merlijn Michon
De foto's zijn van iemand die al lang zonder verblijfspapieren in Nederland leeft, maar hij komt niet voor in de beschreven verhalen.
De namen op deze pagina zijn gefingeerd, de echte namen zijn bij De Regenboog Groep bekend.