Regenboog-vrijwilligers Sadaf, Lieke en Lennaert gaan regelmatig op pad met een stadgenoot die kampt met psychische problemen. Maatje zijn van iemand met psychische problemen, hoe is dat? En wat brengt het je eigenlijk, vrijwilliger zijn?
Maatje zijn van iemand met psychische problemen, hoe is dat?
Sadaf (34): “Heel normaal. Ik heb niks geks meegemaakt in ieder geval. Natuurlijk is het in het begin even wennen, maar als je de klik eenmaal hebt en de ander leert kennen, bouw je echt een band op. Het is net als bij vrienden, die moet je ook eerst leren kennen.”
Lieke (37): “Ik merkte dat mijn maatje de eerste keer zenuwachtig was. Dat was voor mij wat onwennig, maar ik snapte wel waar het vandaan kwam. Het was voor haar gewoon heel spannend en voor mij trouwens ook. Nu zijn we zo op elkaar ingespeeld dat ze grappen durft te maken over mij. Dat betekent dat ze zich op haar gemak voelt. Ik zie haar ook opbloeien. Maar ik snap best dat mensen het lastig kunnen vinden om vrijwilliger te worden van iemand die kampt met psychische problemen. Misschien is het onwetendheid. Onder psychiatrie valt natuurlijk heel veel, ook iemand met een burn-out valt eronder, hele normale mensen dus. Maar wát is normaal? Iemand met autisme vind ik ook normaal.”
Lennaert (52): “Mijn maatje is ongedocumenteerd. Hij komt uit de Ivoorkust en is best getraumatiseerd. We praten niet over het verleden. We vinden het gewoon leuk om op basis van gelijkwaardigheid een relatie op te bouwen. Dat is het mooie van vrijwilliger zijn: als maatje hoef je geen problemen op te lossen, je hoeft alleen maar geïnteresseerd te zijn in de ander.”
"Het is net als bij vrienden, die moet je ook eerst leren kennen"
Waarom heb je voor de Regenboog gekozen?
Sadaf: “Waar de Regenboog voor staat, spreekt me aan: namelijk mensen helpen bij wie het even niet zo mee zit in het leven. Voorheen deed ik ook al vrijwilligerswerk, maar op eigen houtje. Ik hielp mensen in mijn eigen omgeving. Ik merkte dat ik moeite had om mijn grenzen aan te geven. Dat leer je bij de Regenboog. Als je daar vrijwilligerswerk gaat doen, word je goed begeleid. Je hebt een coördinator die over je schouder meekijkt en op de rem trapt als je over je grenzen gaat. Bij de Regenboog heb ik ook geleerd hoe je de ander zelfredzaam maakt. Ik heb van mezelf de neiging om taken over te nemen, maar daar schiet iemand niets mee op natuurlijk. Bij de Regenboog heb ik geleerd hoe je iemand écht verder kunt helpen.”
"Als maatje hoef je geen problemen op te lossen, je hoeft alleen maar geïnteresseerd te zijn in de ander"
Wat doe je zoal als vrijwilliger?
Lieke: “Bij de Regenboog zorgen ze om te beginnen voor een goede match. Mijn maatje en ik houden van dezelfde dingen: fietsen,naar musea gaan. Dus als het goed is, ontstaat er bijna vanzelf een band. Je gaat samen op pad.”
Lennaert (52): “Omdat mijn maatje slecht slaapt wil hij overdag veel doen, wandelen, sporten, zodat hij ‘s avonds lekker moe is. Op een dag zijn we gaan tennissen. Dat had hij nog nooit gedaan. Ik gaf hem een racket en een paar ballen, blijkt hij heel goed te zijn! Echt een natuurtalent. Ik zag hem helemaal opbloeien op die tennisbaan.”
"Bij de Regenboog heb ik geleerd hoe je iemand écht verder kunt helpen"
Wat brengt het je om vrijwilliger te zijn?
Lieke: “Ik zie dat mijn maatje zich stap voor stap ontwikkelt. Daar kan ik alleen maar blij van worden.”
Lennaert: “Wat ik eruit haal voor mezelf is dat het me dwingt om de tijd ergens voor te nemen. Naar strand, tennissen, door de stad dwalen. Toen mijn maatje mij op een dag bedankte, zei ik: jíj bedankt! Want door jou ben ik allemaal dingen gaan doen die ik normaal minder snel doe. Interesse in een ander is ook tijd voor jezelf.”
Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Merlijn Michon
"Interesse in een ander is ook tijd voor jezelf"